Het vangen van mollen met mollenklemmen

Nieuwe mollenklemmen moeten een paar dagen voor gebruik begraven worden. Dag 1 is voor het onderbrengen voor iedere tunnel die zichtbaar is. Dag 2 is om te controleren welke tunnels worden gebruikt door de mol. Verwijder zorgvuldig de bovenkant van de molshoop met behulp van een tuinschop, om er zeker van te zijn dat het gat leeg is. Plaats de klem voor mollen door de hendels samen te drukken en plaats de vergrendelingsplaat tussen het horizontale gedeelte van de klemmen, richting de dichtst bevestigde ketting, de vergrendelingsplaat moet een beetje bewegen. Druk de mollenklem aan in de tunnel, zodat de handgrepen verticaal en 90 graden van de tunnel zijn, waardoor de mol door het gekrulde deel moet kruipen met zijn klauwen. Vul de bovenkant van de mollenklem met wat fijne grond tot de scharnier as van de handgreep.

Controleer de volgende drie dagen de mollenklem iedere dag. Als hij dan nog niet is gesprongen kan het naar een andere plek worden verplaatst waar ook activiteiten van mollen worden opgemerkt. De mollenklem is effectief in 25% van plaatsingen, wat betekent dat de mollen iedere vierde keer succesvol moet zijn. Als dat niet zo is staat de klem niet goed of is de mol al ergens anders heen gegaan. Hoe meer klemmen voor mollen je neer zet, hoe groter de slagingskans.